Jona Cortenraad is 16 jaar en heeft een handicap; spasticiteit. Benieuwd waar Jona allemaal tegen aan loopt, of liever gezegd, rolt?
Eens in de zoveel tijd neemt hij je mee op een patient journey, soms van iemand anders en soms van hemzelf.
Hij knikt, wenkt en ik volg gehoorzaam.
Vroeger holde ik op zo’n moment meteen hard weg met dat mini-rollatortje van me, terwijl ik werd achtervolgd door een flinke stoet doktoren en verpleegkundigen. Dat ik nu niet direct op de vlucht sla, neemt niet weg dat ik nog steeds zowat in m’n broek plas van de zenuwen voor doktoren in ziekenhuizen.
‘Zo, Jona, hallo,’ krijg ik te horen bij binnenkomst terwijl ik zijn grote harige hand schud. ‘Ga maar zitten.’ Ik geef ook zijn collega, een revalidatiearts die ik al lang ken een hand. We beginnen te praten. Het valt me meteen op dat ze het woord wel echt tot mij richten en niet tot mijn moeder, die ook mee is. Super fijn.
Dan klinkt de vraag: ‘Wil je even op de bank gaan liggen?’
Ohhhoooo … Nu beginnen de rillingen over mijn rug te lopen. Een meting, nee hé…
Aangezien mijn linkerheup uit de kom is als gevolg van mijn handicap, doen een aantal bewegingen, vooral als ze onverwacht zijn, best pijn. Ik snap natuurlijk wel dat het nodig is om te meten welke hoeken ik nog wel en welke standen ik niet meer kan maken met mijn heup en been, maar zie altijd erg op tegen zo’n onderzoek.
De dokter gaat beginnen: Muwahh, valt eigenlijk wel mee.
Iedere actie die wordt verricht wordt uitgebreid uitgetypt op een computer door de andere aanwezige arts, dat zie ik.‘Ja, de biogiose quadricept hoek is 90 graden,’ zegt de een tegen de ander. ‘En zie je die aanhechting aan de postiore pees?’
Wat? 90 graden wat? Is dat goed? Slecht?
Éen keer onderbreek ik de dokters in hun gesprek. Ik krijg een goed en begrijpelijk antwoord, maar durf niet nóg meer dingen te vragen. Dus na die ene onderbreking, laat ik alle andere ingewikkelde taal die er nog volgt, maar gewoon aan me voorbij gaan. De dokter pakt mijn been weer vast. ‘Ik ga heel even …’ BAMM, voor ik het door krijg hangt mijn been al in de lucht.
AUW! Dat was onverwachts. Bovendien geen prettig gevoel. Wilt u van tevoren even zeggen wat u van plan bent te gaan doen?
Zo kan ik me even voorbereiden, de volgende keer …
Mijn moeder begint te roepen: ‘Stop!’ Nu écht stoppen!’ De dokter reageert daar eigenlijk niet op. Hier begrijp ik niets van. Misschien hoort hij het niet omdat hij zo geconcentreerd bezig is. Misschien denkt ‘ie: Ahh, kom op. Nog heel even doorzetten. Ik moet toch écht weten hoe ver ik kan gaan.
Mijn moeder staat naast me en maakt bij iedere beweging die de dokter met mijn benen maakt een ‘Pheww!- geluid’, terwijl ze heel erg haar best doet om weg te kijken. Ze pakt mijn schouder vast. ‘Mam, je stelt me nou niet echt gerust …’ zeg ik.
‘Sorry, sorry.’
Mijn moeder blijft puffen, maar de dokter maakt gewoon af waar hij mee bezig is.‘Zo, kom maar weer zitten hoor.’ zegt de zware, rustige stem naast me dan. Het ‘gesprek’ wordt beëindigd, waarna ik weer opsta, en allerlei harige handen schud.
‘Volgende keer neem ik m’n vader mee.’ zeg ik op een iets gedempte toon.
‘Dat lijkt mij een goed plan,’ hoor ik mijn revalidatiearts nog net zeggen.
Ik knik, glimlach en loop de deur uit.
Patient Journey Lab
info@patientjourneylab.com
0650694546
Wil je de interactie met patiënten verbeteren?